In 2014 komt het militante deel van de Nederlandse complotkerk samen om te zien hoe de voormalige topambtenaar Joris Demmink aan het kruis wordt genageld. Plaats van handeling: de rechtbank in Utrecht.
Dit is het zestiende hoofdstuk van het in 2016 verschenen boek Complotdenkers. Elke dag verschijnt er een hoofdstuk op De Halve Waarheid. Bekijk hier het overzicht van alle hoofdstukken.
‘Het dubieuze dubbelleven van een topambtenaar op justitie’, luidt de kop op de cover van de Panorama. In een 24 pagina’s tellend ‘onthullend dossier’ belooft het weekblad in zijn editie van 11 oktober 2003 ‘schokkende feiten’ over een topambtenaar die met de dienstauto jonge jongens zou ronselen en vaste klant zou zijn van een Praags homo-bordeel. ‘Minister Donner, hoe lang staat u dit nog toe?’
Het is dit dossier waardoor Nederland voor het eerst kennismaakt met wat in de daaropvolgende jaren de affaire-Demmink zal gaan heten. Joris Demmink, de topambtenaar op justitie die de Panorama in het vizier heeft, is op dat moment bij het grote publiek nog een volslagen onbekende.
Dat is ruim tien jaar later, als een van de auteurs van het dossier, Henk Krol, in de rechtbank in Utrecht onder ede verklaart over de totstandkoming van het Panorama- artikel wel anders. Veel Nederlanders hebben inmiddels wel eens gehoord van de publiciteitsschuwe Demmink, die op internet voortdurend in verband wordt gebracht met allerlei onverkwikkelijke zaken.
Bij de rechtbank Midden-Nederland vindt in maart en april 2014 een serie getuigenverhoren plaats over de ‘affaire-Demmink’. De verhoren trekken veel aandacht. Een bonte stoet complotdenkers weet de weg naar zittingszaal L, op de vierde verdieping van het gerechtsgebouw in Utrecht, elke dag weer te vinden.
Terwijl een van de aanwezige journalisten bij de aanblik van de mensen op de publieke tribune moet denken aan een camping in Amsterdam-noord, roepen de samenzweringsdenkers bij mij vooral associaties op met een geloofsgemeente die plaatsneemt in de kerkbankjes. De aanwezigen hopen getuige te kunnen zijn van een wonder: de val van Joris Demmink.
Binnen de Nederlandse gemeenschap van complotters vormen de mensen die op deze zaak afkomen, een militante groep. Het blijft bij hen niet bij wat ongevaarlijke fantasieën over Illuminati. Voor hen is Demmink de duidelijk aanwijsbare personificatie van het Kwaad. Zoals fanatieke gelovigen alles wat er misgaat in de wereld toeschrijven aan Satan, zo zien de complotters in tal van zaken de hand van Demmink. De voormalige topambtenaar is volgens hen niet alleen schuldig is aan het misbruiken van kinderen, maar bijvoorbeeld ook verantwoordelijk voor de onfortuinlijke afloop van de juridische procedures waarin zij zelf verwikkeld zijn geweest.
Een enkele keer spreekt een van de complotdenkers mij aan.
‘Jij bent Maarten he?’, vraagt een man die tijdens een schorsing op me af komt lopen.
‘Ja, Maarten Reijnders’, zeg ik terwijl ik de uitgestoken hand schud.
‘Ton Hofstede’, stelt de man zich voor. De naam doet geen belletje rinkelen.
‘Sorry, kennen wij elkaar?’, vraag ik hem daarom.
‘Als ik jou ken, ken jij mij ook’, zegt Ton terwijl hij weer wegloopt, mij in verwondering achterlatend.
Als je een boek over complottheorieën schrijft, moet je oppassen dat je zelf niet ook paranoïde wordt. Wie is deze Ton Hofstede? Hoe weet deze mij totaal onbekende man hoe ik heet? En waarom stelt hij zich voor maar wil hij vervolgens niet vertellen waarvan ik hem moet kennen?
Na een paar minuten googelen ontdek ik hoe de vork in de steel zit. Ik lees dat Hofstede verwikkeld is in een al jaren slepend conflict met zijn Turkse ex-vrouw. Aanvankelijk kreeg hij in de ruzie nog enige hulp van de Nederlandse overheid, maar die heeft haar handen inmiddels van zijn zaak afgetrokken. De reden? Joris Demmink. En oja, hij denkt ook dat ik een weblog bijhoud waarop ik op vrolijke wijze complotdenkers belachelijk maak.
Hofstede heeft het mis: het betreffende blog, Barracuda geheten, is helemaal niet van mij. Wel heb ik in het verleden twee keer positief geschreven over de anonieme blogger Barracuda, die zich destijds overigens nog ‘Billy the Kid’ noemde. Sinds die publiekelijke loftuitingen denken verscheidene complotdenkers dat ik zelf Billy the Kid / Barracuda ben. Ook Hofstede noemt Barracuda op zijn website Het Haagse Complot steevast ‘Maarten’.
Voor Micha Kat, die elke dag plaatsneemt op de voorste rij, moeten de getuigenverhoren voelen als een overwinning. Hij heeft jarenlang aandacht gevraagd voor het vermeende kinder- en machtsmisbruik door Demmink en nu worden er eindelijk officieel mensen gehoord. Kat kan elke ochtend weer tal van bekenden begroeten die net als hij een bovengemiddeld wantrouwen koesteren tegen de elite. Zo krijgt hij op een van de dagen gezelschap van onderzoeker Pieter Lakeman, die in oktober 2009 nationale bekendheid verwierf met zijn oproep aan spaarders om hun geld weg te halen bij DSB Bank.
Op twee andere verhoordagen is Erwin Lensink van de partij. Bij het grote publiek is Lensink vooral bekend als de man die op Prinsjesdag 2010 een waxinelichthouder naar de Gouden Koets gooide. Aan het eind van de ochtend van zijn tweede bezoek gaat hij op de stoel recht voor mij zitten. Hij draagt zwarte schoenen, gestreepte sokken, een spijkerbroek en een pistachegroen T-shirt met daaroverheen het voor hem karakteristieke oranje sportjack waar op de achterkant een witte ‘9’ prijkt. Naast zijn stoel ligt een zwarte sporttas.
Net op het moment dat de rechter-commissaris aankondigt dat ze het verhoor van Henk Krol wil onderbreken voor de lunchpauze staat Lensink op. Hij wil bewijsmateriaal overhandigen dat de verklaringen van de oud-hoofdredacteur van de Gay Krant ondersteunt, vertelt hij. Volgens Lensink wordt de koninklijke familie namelijk gechanteerd door het pedonetwerk van Joris Demmink.
‘U mag even meelopen met de bode’, reageert de rechter-commissaris. ‘Dat bedoel ik niet onvriendelijk, maar ik heb nu eenmaal geen mogelijkheden om hier bewijsmateriaal aan te nemen.’
Hoewel Lensink het daar niet mee eens is, laat hij zich toch met zachte hand naar buiten begeleiden. ‘Ik wil volgende week aangifte doen tegen de koninklijke familie wegens oplichting en hoogverraad’, zegt hij nog terwijl hij zijn tas pakt.
Enkele dagen later meldt Lensink op Twitter dat hij inderdaad aangifte heeft gedaan tegen Maxima, Willem- Alexander en Beatrix. ‘Voor zeker de derde keer in iets meer dan vijf jaar!’
Micha Kat zal Lensinks mislukte poging om nieuw bewijsmateriaal in te brengen later op zijn website een ‘gedurfde actie’ noemen.
Kat doet op zijn website uitgebreid verslag van wat hij zelf het ‘Demmink-tribunaal’ noemt. Hij grijpt de schorsingen van de verhoren aan om een verslag door te bellen dat kort daarna op YouTube en op zijn site Klokkenluider Online verschijnt.
Net als in zijn geschreven teksten schuwt Kat ook hier het gebruik van hyperbolen niet. ‘De meest strakke getuige. Vlijmscherp, superintelligent’, meldt hij bijvoorbeeld over een ex-gevangenisdirecteur die een verklaring over Demmink aflegt. Het verloop van de verhoren is in de ogen van Kat vrijwel altijd ‘verbijsterend’, ‘fascinerend’ of ‘echt verbluffend’.
Ook in de rechtszaal heeft Kat af en toe moeite om zijn enthousiasme te onderdrukken. Zo kan hij het niet nalaten om tijdens het verhoor van Henk Krol heel hard ‘Hilbrand’ te roepen als de voormalige hoofdredacteur van de Gay Krant niet op de naam van de LPF-minister van Vreemdelingenzaken Hilbrand Nawijn kan komen. Dit tot ergernis van rechter-commissaris Natasja Gehlen die de verhoren leidt. ‘Wie zei dat?’, wil ze weten. De hele zaal weet dat het Kat was, maar omdat die precies achter Henk Krol zit, heeft Gehlen hem niet gezien. Geholpen door de advocaat van Joris Demmink krijgt ze Kat alsnog in het vizier. ‘Die meneer in dat groen-geruite bloesje’, spreekt ze hem aan. ‘Zei u dat?’
‘Daar kan ik mij niets van herinneren’, antwoordt Kat, enigszins bedremmeld.
De waarschuwing van de rechter-commissaris dat ze hem uit de zaal zal laten verwijderen als hij zich nog een keer met de verhoren bemoeit, mist haar uitwerking niet. De rest van de dag houdt Kat zich stil: hij maakt aantekeningen, bespreekt wat op fluistertoon met zijn buurman en geeft af en toe een briefje door.
Een vast clubje journalisten volgt de gebeurtenissen in Utrecht op de voet. Die media-aandacht is niet altijd helemaal naar de zin van de in de zaal aanwezige complotdenkers. Als NRC-journalist Marcel Haenen een keer in de lach schiet omdat een van de getuigen zichzelf herhaaldelijk tegenspreekt, gaat er een golf van verontwaardiging over de publieke tribune: zie je wel dat de main stream media vooringenomen zijn? Een ‘bizarre satanische lachbui’, oordeelt Kat op zijn website.
Het gedrag van Haenen zit Kat sowieso dwars. Zo zou de NRC-journalist hebben geprobeerd om hem bij een van de zittingen te laten struikelen door zijn been uit te steken. Onder de kop ‘Marcel Haenen is krankzinnig geworden’ weet Kat voorts op Klokkenluider Online te melden dat Haenen al jaren ‘vaste gast op feestjes van de justitietop’ is en dat hij tweets plaatst in opdracht van de advocaat van Demmink. ‘Haenen liegt in zijn artikelen voortdurend pro-Demmink’, schrijft Kat.
Ook bij andere complotdenkers kan de wijze waarop Haenen verslag doet niet op veel sympathie rekenen, al verwart een enkeling hem met een bekende cabaretier. ‘Waarom mag Paul Haenen zulke baggerstukken schrijven over zaak-Demmink?’, vraagt zij op Twitter aan de hoofdredacteur van NRC Handelsblad.
**
Voor Henk Krol begint de affaire-Demmink op 13 mei 2003 met de arrestatie van Fons Spooren, op dat moment algemeen directeur bij PSV. Terwijl zijn zoontjes van vijf en acht nog liggen te slapen wordt Spooren opgepakt omdat hij op een Eindhovense ontmoetingsplek voor homo’s, het Anne Frank Plantsoen, seks heeft gehad met minderjarige schandknapen. Behalve voor ontucht vervolgt het openbaar ministerie Spooren ook voor poging tot zware mishandeling: de PSV-bestuurder wist namelijk dat hij HIV had toen hij seks had met de jongens.
Na de arrestatie begint de telefoon op de redactie van de Gay Krant te rinkelen, vertelt Krol tijdens zijn verhoor in de Utrechtse rechtbank. ‘De mensen die belden, zeiden dat er iets anders aan de hand was’, aldus Krol. Bij het Anne Frank Plantsoen zou een groepje mannen rondhangen die bemiddelden in contacten met minderjarige jongens in het buitenland. Dit tot irritatie van de reguliere bezoekers van de ontmoetingsplek die niets van dergelijke activiteiten moeten hebben.
Het natrekken van al deze telefoontjes is veel werk, realiseert Krol zich. Hij neemt daarom contact op met Panorama. Hoofdredacteur Frank Hitzert heeft wel oren naar het verhaal: hij stelt voor om er een coproductie van te maken. Het resultaat zal dan zowel in de Gay Krant als in de Panorama verschijnen. Krol ziet het meteen zitten. ‘Het leek me wel leuk, zo’n samenwerking tussen twee van die mannenbladen die heel verschillend zijn.’
Panorama zet verslaggever Fred de Brouwer op de zaak. ‘Het klikte niet meteen tussen hem en mij’, herinnert Krol zich. De verschillen tussen de twee mannen zijn groot. Terwijl Krol er niet aan moet denken om zich in het Anne Frank Plantsoen te vertonen, is De Brouwer er avond aan avond te vinden. ‘Fred is het type rouwdouwer, iemand van de directe aanpak’, legt Krol uit. ‘Hij vond het wel leuk om daar tussen die getrouwde mannen rond te lopen.’
Spooren komt er in het artikel van Krol en De Brouwer genadig vanaf. De twee journalisten bagatelliseren het misbruik van de voormalige PSV-directeur. Ze citeren anonieme bezoekers van het Anne Frank Plantsoen die ervan overtuigd zijn dat hij geen pedoseksueel is: ‘Hij kwam er niet voor te jonge knapen.’ Sowieso: ‘De jongens die in het park hun diensten aanbieden, weten waarmee ze bezig zijn. Niemand dwingt hen om hun lichaam te verkopen.’
‘Het zijn vooral de Marokkaantjes die zich uitgeven voor 18, terwijl ze pas 16 zijn. Die lijken ouder als ze hun snor laten staan’, weten de bezoekers van het plantsoen. Zelf verklaart Spooren tegenover Krol en De Brouwer dat hij het Anne Frank Plantsoen bezocht voor seks met volwassenen. ‘Maar ik heb ze nooit om hun paspoort gevraagd’.
De twee journalisten krijgen het idee dat er ‘met twee maten wordt gemeten’. Volgens de bronnen van De Brouwer zouden namelijk ook ‘een geestelijke, een kinderarts en een hoge ambtenaar uit Den Haag’ zich schuldig maken aan seksuele handelingen met minderjarigen. Waarom worden die met rust gelaten, terwijl Spooren is opgepakt?
Deze ‘klassenjustitie’ wordt de insteek van het dossier dat Henk Krol en Fred de Brouwer voor de Panorama en de Gay Krant schrijven. ‘Onmiddellijk na de arrestatie van PSV-directeur Fons Spooren gonst het Eindhovense “homoplantsoen” van de geruchten’, begint het Panorama-artikel. ‘Waarom is hij wel opgepakt en de andere “hoge omes” niet?’
Een van de ‘hoge omes’ die volgens de Gay Krant en Panorama de dans ontspringt, is Joris Demmink die in het artikel wordt aangeduid als ‘Pieter-Jan’. Volgens een brief die Krol heeft ontvangen, zou Demmink regelmatig schandknapen oppikken. ‘Hij pleegde seksuele handelingen met de jongens op de achterbank van zijn dienstauto terwijl de chauffeur daarvan mocht meegenieten.’
Anonieme bronnen denken dat ze Demmink op het Anne Frank Plantsoen hebben gezien. Daarnaast beroepen de journalisten zich op ‘intieme vrienden’ van Demmink die verklaren dat de justitie-medeweker in Praag met een ‘hoge functionaris’ van de Nederlandse ambassade jongensbordelen bezoekt.
‘In welke leeftijdscategorie de ambtenaar zijn vertier zoekt, laat zich raden: vertrouwelingen van Pieter- Jan weten dat hij een absolute liefhebber is van “jong vlees”’, schrijven Krol en De Brouwer. Dat ‘jonge vlees’ zou Demmink dan onder meer betrekken bij de beruchte Club Pinocchio.
Hoewel de bladen zijn naam niet noemen, is voor ingewijden op justitie zonneklaar dat het artikel over Demmink gaat.
Zijn politieke baas, minister Piet-Hein Donner, noemt het stuk meteen na publicatie ‘riooljournalistiek’ en ‘complete onzin’. En ook Demminks advocaat, Harro Knijff, wijst in een NOVA-uitzending alle aantijgingen aan het adres van zijn client van de hand.
‘Mijn cliënt is nimmer in het Anne Frank Plantsoen geweest, mijn cliënt is nimmer in de Pinocchio Bar in Praag geweest, mijn client heeft nimmer jongensbordelen bezocht’, verklaart Knijff tegenover Jeroen Pauw. ‘En mijn cliënt heeft zich ook nimmer schuldig gemaakt aan seksuele contacten met minderjarigen.’
Omdat Demmink dreigt een rechtszaak aan te spannen, besluiten Henk Krol en Panorama-hoofdredacteur Frank Hitzert met hem om tafel te gaan zitten. Het is de eerste keer dat de twee de hoogste ambtenaar van justitie spreken. Voor publicatie hebben de tijdschriften de beschuldigingen niet aan hem voorgelegd. Tijdens het gesprek met de hoofdredacteuren is Demmink afwisselend vriendelijk en boos, zal Krol zich ruim tien jaar later in Utrecht herinneren. De topambtenaar prijst Krols inzet voor de homo-emancipatie, maar hij is woedend over de aantijgingen en insinuaties in het artikel. Die zijn volgens hem stuk voor stuk onjuist.
Krol en Hitzert besluiten door het stof te gaan. Ze publiceren een hoofdredactioneel commentaar waarin ze de topambtenaar vrijpleiten. De betrouwbare bronnen op grond waarvan Panorama en de Gay Krant Demmink eerder aan het kruis nagelden, blijken bij nader inzien toch niet zo betrouwbaar, schrijven ze.
‘Op grond van nieuwe informatie die ons na de publicatie heeft bereikt en ook naar aanleiding van gesprekken die wij inmiddels met [Demmink] hebben gevoerd, moeten wij concluderen dat onze oorspronkelijke bronnen op basis waarvan de indruk werd gewekt dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan onoorbaar gedrag onbetrouwbaar zijn gebleken’, heet het nu. ‘Voor zover de integriteit van deze topambtenaar daardoor onderwerp van discussie is geworden, bestaat hiervoor geen aanleiding.’
De affaire lijkt als een nachtkaars uit te gaan. Zeker als ook nog eens blijkt dat een jongensprostituee die zich kort na de publicatie in Panorama bij de politie had gemeld als slachtoffer van Demmink, een fantast is. De man, die claimde dat Demmink hem als kind zowel in Tsjechië als in Nederland veelvuldig zou hebben misbruikt, wordt in de zomer van 2004 veroordeeld tot twee maanden voorwaardelijk wegens het doen van een valse aangifte.
Daarmee keert de rust rond Demmink terug. De schaarse keren dat zijn naam in de daaropvolgende jaren nog opduikt in de pers, is dat niet vanwege zijn vermeende pedoseksuele activiteiten maar gewoon vanwege zijn werk. En vermoedelijk zouden we ook nooit meer van Joris Demmink of ‘Pieter-Jan’ hebben gehoord, als de Turkse Koerd Huseyin Baybaşin in juli 2002 niet tot levenslang was veroordeeld.
Morgen: ‘Misschien ging Demmink wel puzzels leggen met die jonge jongens’
Wat beweegt complotdenkers? Zijn het paranoïde geesten of lijkt hun geloof in samenzweringstheorieën eigenlijk nog het meeste op religie? Voor het boek Complotdenkers dompelde ik me onder in de wereld van de samenzweringsgelovigen. Ik sprak verscheidene Nederlandse complotdenkers. Van een herhaaldelijk veroordeelde ex-journalist die de jacht heeft geopend op pedo-netwerken tot een anti-vaccinatieactiviste die ervan overtuigd is dat de Holocaust zwaar wordt overdreven. En van een succesvolle ondernemer die meent de moord op John F. Kennedy te hebben opgelost tot een oprichter van een politieke partij die de luchtmacht wil inzetten tegen chemtrails sproeiende vliegtuigen. Nu is er een geactualiseerde editie met aandacht voor onder meer QAnon, coronacomplotten en Donald Trump. Koop de geactualiseerde editie van Complotdenkers nu. Het boek is bij elke boekwinkel te bestellen.