22. ‘Onze ruiten zijn ingegooid, onze banden lek gestoken’

Samenzweringsgeloof kan een destructieve ideologie zijn. Het kan levens op een gruwelijke wijze ontwrichten. Zowel de levens van de mensen die onderwerp zijn van complottheorieën als de levens van de mensen die erin geloven.

Dit is het 22ste hoofdstuk van het in 2016 verschenen boek Complotdenkers. Elke dag verschijnt er een hoofdstuk op De Halve Waarheid. Bekijk hier het overzicht van alle hoofdstukken.

De beschuldigingen aan zijn adres trekken een zware wissel op Michael de Jong. De onophoudelijke laster en bedreigingen maken de verwerking van het verlies van de vermoorde weduwe er niet makkelijker op.

De Jong heeft zelfmoord overwogen, vertelt hij op 14 juni 2006 in een interview met het radioprogramma De Ochtenden. ‘Als ik niet m’n vriendin thuis had gehad, en m’n dieren thuis had gehad, was ik eruit gestapt, ja. Dat gebeurt er met mensen. Dat doet iemand als een meneer De Hond.’

Ook zijn vriendin Meike Wittermans heeft zwaar te lijden onder de voortdurende lastercampagne. ‘We zijn psychisch, fysiek, financieel en sociaal kapot gemaakt. Onze ruiten zijn ingegooid, onze banden lek gestoken, we zijn achtervolgd, uitgejouwd, bespuugd. We zijn onze baan kwijt geraakt. En ga zo maar door’, vertellen de twee in 2006 aan het regionale dagblad De Stentor.

‘Eigenlijk ben ik al mijn goede vrienden kwijtgeraakt’, aldus De Jong in een ander interview, met misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink. ‘Een had een leidinggevende functie bij de zaak waar hij werkte. Omgaan met mij was slecht voor het bedrijf, dat kon hij er niet bij hebben.’

De Jong en zijn vriendin voelen zich onveilig. Voortdurend wordt er over hen geroddeld. Op straat krijgt De Jong regelmatig te horen dat hij een moordenaar is. ‘We hadden geen idee wat we moesten doen om ons te beschermen. We zaten in een gebarricadeerd huis tot het donker was, bij daglicht durfden we niet naar buiten. Ik had zes brandblussers in huis, je houdt overal rekening mee.’

In 2007 spant De Jong een zaak aan tegen De Hond. Hij wil dat de opiniepeiler ophoudt hem te besmeuren en eist smartengeld. Zowel de rechtbank als het Hof stellen De Jong in het gelijk. Maar het smartengeld dat De Jong ontvangt – het Hof bepaalt het bedrag op 35.000 euro – is voor De Jong en zijn vriendin niet meer dan een pleister op de wonde. De Hond hoeft het geld bovendien niet uit eigen zak te betalen. De dwangsom die de rechters aan de opiniepeiler opleggen, wordt voldaan door Jan de Lange: een Wassenaarse miljonair die rijk is geworden met een parkeerbedrijf, een uitzendbureau en een callcenter. De Lange meent dat ‘het onrecht’ in de Deventer moordzaak symptomatisch is voor de staat van de Nederlandse rechtsstaat, volgens hem ‘een systeem dat fundamenteel niet klopt’.

‘In de Deventer moordzaak is sprake van vervalste documenten en verdraaide feiten. Dat herkende ik uit mijn echtscheidingszaak’, vertelt hij aan onderzoeksjournalist Joep Dohmen (NRC Handelsblad) die in 2008 ontdekt dat De Lange de Louwes-campagne van De Hond financiert.

De Lange neemt tal van kosten op zich die de opiniepeiler maakt. Zo betaalt hij De Honds advocaat, de privédetectives die op De Jong en diens vriendin worden afgestuurd en een Duits bureau dat onderzoekt of het moordwapen misschien in het graf van de weduwe ligt.

De belangrijkste bijdrage van De Lange bestaat er uit dat hij een grootscheepse advertentiecampagne voor De Hond betaalt. Op vrijdag 16 maart 2007 koopt De Hond een paginagrote advertentie in De Telegraaf, de Volkskrant, NRC Handelsblad en De Stentor. Kosten: 119.000 euro. De kop boven de advertentie luidt: ‘Wie stopt dit openbaar ministerie?’ In 2010 komt De Lange zelf in aanraking met het openbaar ministerie, nadat de politie op Tweede Paasdag bij hem thuis het levenloze lichaam van zijn tweede vrouw vindt. De Lange heeft haar twee dagen eerder vermoord.

Een psychiater stelt vast dat hij tot zijn daad is gekomen als gevolg van ‘een depressie met psychotische kenmerken’. In de jaren en maanden voor de moord heeft de zakenman steeds wildere waanideeën gekregen. Zo is hij ervan overtuigd geraakt dat zijn telefoon wordt afgeluisterd en dat hij elk moment door de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) kan worden opgepakt.

Om dat laatste te voorkomen gaat hij elke dag tussen vijf en zes uur ’s ochtends een stukje rijden: dat is immers het tijdstip waarop de FIOD invallen doet. Het Haagse gerechtshof constateert dat bij De Lange ‘op een gegeven moment de gedachte is ontstaan dat ook zijn vrouw deel uitmaakte van het tegen hem gesmede – zijn hele leven omvattende – complot.’

Tijdens zijn gevangenschap doet De Lange enkele zelfmoordpogingen, die stuk voor stuk mislukken – volgens de geboren Rotterdammer ‘omdat er nanotechnologie in zijn lichaam was aangebracht’. Hij verblijft maandenlang in een isoleercel.

Dankzij medicijnen en meer dan dertig behandelingen met elektroshocks klimt de zakenman uit het dal: de depressie en de psychotische gedachten verdwijnen. Het Hof besluit De Lange daarom eind 2013 vrij te laten. De moord heeft hij volgens de rechters gepleegd op een moment dat hij volledig ontoerekeningsvatbaar was.

Een half jaar na zijn vrijlating, op maandagochtend 12 mei 2014, springt De Lange in Heemstede voor een trein en overlijdt.

**

De verhalen van Michael de Jong en Jan de Lange maken duidelijk hoe samenzweringsgeloof levens op gruwelijke wijze kan ontwrichten. Zowel van de mensen die het onderwerp van de complottheorieën zijn als bij degenen die er in geloven.

Samenzweringsdenkers hangen een gedachtegoed aan waarbij ‘de paranoia tot argument wordt verheven’ – zoals de Maastrichtse hoogleraar psychologie Harald Merckelbach het eens mooi formuleerde.

In een samenzweringstheorie is niet alleen de klusjesman verdacht, maar ook de rechercheurs die hem niet opknopen, het openbaar ministerie dat hem niet wil vervolgen, de rechters die iemand anders veroordelen, de politici die daartegen niet in het geweer komen, en de journalisten die niet opschrijven dat we hier te maken hebben met een juridische dwaling van ongekende proporties. Iedereen wordt onderdeel van de doofpotoperatie. Daarmee is het complotgeloof een destructieve ideologie, die tal van mensen ten onrechte verdacht maakt.

Want De Jong is niet de enige die het slachtoffer wordt van een lastercampagne van de complotkerk. Ook de familie Vaatstra, van het in 1999 vermoorde meisje Marianne Vaatstra, wordt jarenlang achtervolgd door complotdenkers die menen te weten wie de 16-jarige Marianne hebben verkracht en vermoord.

Micha Kat en Wim Dankbaar zijn er bijvoorbeeld van overtuigd dat de man die in 2013 voor de moord is veroordeeld – de boer Jasper S. die een bekennende verklaring aflegde en wiens DNA op Marianne werd aangetroffen – niet de dader kan zijn. In plaats daarvan wijzen ze naar een asielzoeker, die de moord al dan niet in samenwerking met enkele Duitsers zou hebben gepleegd.

‘Die asielzoeker is een dag na de moord door de groep-Demmink weggesluisd’, vertelt Kat mij. Dat de voormalige topambtenaar van justitie bij de moord op Marianne Vaatstra is betrokken staat voor Kat als een paal boven water. Hij vermoedt dat Joris Demmink, samen met andere hooggeplaatsten waaronder wijlen prins Johan Friso, aanwezig is geweest bij de moord. Aanvankelijk vinden Kat en Dankbaar met hun theorieën over de betrokkenheid van een asielzoeker nog een luisterend oor bij de vader van Marianne, Bauke Vaatstra. Maar als de complottheorieën van Kat en Dankbaar steeds gekker worden, probeert Bauke het contact met de samenzweringsdenkers te verbreken. Hij is niet langer in hun verhalen geïnteresseerd.

Maar zo makkelijk komt de familie-Vaatstra niet van de complotdenkers af. Met name voor Dankbaar wordt de moord een obsessie. Zozeer zelfs dat hij enkele keren voor de rechter moet verschijnen vanwege de verbetenheid waarmee hij zich in de zaak heeft vastgebeten.

Zo spant de moeder van Marianne Vaatstra, Maaike Terpstra, eind 2013 een rechtszaak aan tegen Dankbaar. Samen met uitgever Hans Mauritz dreigt Dankbaar namelijk delen uit het dagboek dat zij na de moord op haar dochter heeft bijgehouden, te gebruiken voor een boek. Dankbaar en Mauritz zien in Terpstra’s dagboek, waarin zij vraagtekens zet bij het politieonderzoek naar de moord op haar dochter, bewijs voor hun stelling dat de politie de ‘echte moordenaars’ het hand boven het hoofd houdt.

Dat Terpstra na de veroordeling van Jasper S. rust wil, dat ze haar dagboek nooit ter beschikking heeft gesteld aan Dankbaar en Mauritz en dat ze al helemaal geen toestemming heeft gegeven voor de publicatie van fragmenten uit dat dagboek, vinden de twee bijzaak.

Het gaat hen om het algemeen belang, betogen ze bij de rechter. Die is daar echter niet van onder de indruk en stelt de moeder van Marianne Vaatstra in het gelijk. Dankbaar en Mauritz mogen Terpstra’s dagboekaantekeningen niet voor hun boek gebruiken. Ook moet Dankbaar de passages uit het dagboek die hij al op zijn website Recht is Krom heeft geplaatst, verwijderen.

Het vonnis weerhoudt Dankbaar en Mauritz er echter niet van om een boek over de zaak te schrijven, dat ze in mei 2014 publiceren. Bij de familie Vaatstra lopen de emoties daardoor zo hoog op dat het kort na de publicatie tot een opstootje tussen de broer van de overleden Marianne en Hans Mauritz komt. Als de uitgever besluit het boek gratis uit te delen in het Friese plaatsje Oudwoude, de geboorte- en woonplaats van moordenaar Jasper S., komt de broer van Marianne verhaal halen.

Mauritz kiest eieren voor zijn geld en zet het op een rennen, om even later voor de camera van een lokale Friese zender te verklaren dat hij is ontsnapt aan een poging tot doodslag.

Ook anderen krijgen te maken met de dadendrang van Dankbaar. Jano Hassan bijvoorbeeld. Hij zat ten tijde van de moord op Marianne Vaatstra in 1999 in een asielzoekerscentrum in Kollum. Dankbaar is er zeker van dat zijn neef Ali, die eveneens in het AZC zat, zou de moordenaar zijn.

Maar Ali is, in tegenstelling tot wat Dankbaar denkt, helemaal niet de neef van Hassan. Voor Dankbaar doet dat er niet toe, blijkt tijdens een rechtszaak die op 17 februari 2014 in Groningen dient. Dankbaar is ervan overtuigd dat Hassan meer weet. En daarom verdient hij het om te worden lastig gevallen.

Last heeft Hassan inderdaad van de smaadcampagne. Wie via Google op zijn naam zoekt, krijgt namelijk de berichten van Dankbaar te zien. Zo wordt Hassan tegen zijn zin en zonder goede reden in verband gebracht met de moord op een zestienjarig meisje. Iets waar hij onder meer op zijn werk op wordt aangesproken, vertelt zijn advocaat.

Hassan is niet het enige onterechte doelwit van Dankbaar. Ook Dick Sletering neemt die dag plaats in zittingzaal 14 omdat hij aangifte heeft gedaan tegen Dankbaar. Sletering is de vader van Spencer, die in 1999 het vriendje was van Marianne.

Spencer en Dick weten volgens Dankbaar ook meer van de moord op Marianne dan ze al die jaren hebben willen vertellen. Om vader en zoon zover te krijgen dat ze de ‘waarheid’ nu eindelijk eens opbiechten, nagelt hij hen op zijn weblog aan de schandpaal. Zo schrijft Dankbaar in een soort open brief aan Dick onder meer: ‘Ik lees dat je vader verzetsheld was. Blijkbaar heb je weinig van zijn genen geërfd, want jouw huidige gedrag lijkt meer op dat van een met de nazi’s collaborerende verrader.’ Bij het stuk plaats Dankbaar een foto van Dick en zijn zus die bij het graf van hun oom op de erebegraafplaats Loenen staan.

De grote afwezige tijdens de rechtszaak is Wim Dankbaar zelf. Die voelt zich volgens zijn advocaat namelijk ‘geïntimideerd en onheus behandeld’. Op de volle publieke tribune zitten wel een paar van zijn medestanders, waaronder een vrouw met sandalen, een baggy broek en een zwart T-shirt met daarop in witte letters de tekst ‘Free Baybasin’.

Als de voorzitter van de rechtbank Dankbaar citeert (‘De juridische waarheid hoeft niet hetzelfde te zijn als de echte waarheid’) mompelt zij instemmend. ‘Zo is het precies!’

De meervoudige strafkamer veroordeelt Dankbaar desalniettemin tot een voorwaardelijke celstraf van vier weken. ‘Het is duidelijk dat men mij wil ophangen voor mijn aanval op de integriteit van justitie en de rechterlijke macht’, reageert Dankbaar.

In juli 2016 komt Dankbaar er niet meer met een voorwaardelijke straf vanaf. Dan veroordeelt de rechtbank in Leeuwarden hem tot twee maanden cel wegens zijn Vaatstra-boek. Mede-auteur Mauritz krijgt een voorwaardelijke straf van twee maanden opgelegd.

Volgens de rechtbank hebben de twee zich schuldig gemaakt aan smaad door een met naam en toenaam genoemde Duitser in verband te brengen met de moord op Marianne. Dankbaar noemt het vonnis ‘corrupt’ en kondigt aan dat hij in beroep gaat.

Morgen: ‘Net als bij Galilei zal de geschiedenis mij gelijk geven’

Wat beweegt complotdenkers? Zijn het paranoïde geesten of lijkt hun geloof in samenzweringstheorieën eigenlijk nog het meeste op religie? Voor het boek Complotdenkers dompelde ik me onder in de wereld van de samenzweringsgelovigen. Ik sprak verscheidene Nederlandse complotdenkers. Van een herhaaldelijk veroordeelde ex-journalist die de jacht heeft geopend op pedo-netwerken tot een anti-vaccinatieactiviste die ervan overtuigd is dat de Holocaust zwaar wordt overdreven. En van een succesvolle ondernemer die meent de moord op John F. Kennedy te hebben opgelost tot een oprichter van een politieke partij die de luchtmacht wil inzetten tegen chemtrails sproeiende vliegtuigen. Nu is er een geactualiseerde editie met aandacht voor onder meer QAnon, coronacomplotten en Donald Trump. Koop de geactualiseerde editie van Complotdenkers nu. Het boek is bij elke boekwinkel te bestellen.


Geplaatst

in

door

Tags: