23. ‘Net als bij Galilei zal de geschiedenis mij gelijk geven’

Met een gezond wantrouwen jegens autoriteiten is niets mis. Maar bij complotdenkers kent dit wantrouwen geen grenzen. Elke vorm van autoriteit is verdacht. Overheden, politici, bedrijven, wetenschappers, rechters: volgens de complotdenker zijn ze per definitie niet te vertrouwen.

Dit is het 23ste hoofdstuk van het in 2016 verschenen boek Complotdenkers. Elke dag verschijnt er een hoofdstuk op De Halve Waarheid. Bekijk hier het overzicht van alle hoofdstukken.

Complotdenkers zijn vaak hele gewone, hartelijke mensen als je hen ontmoet. Zo verbeten als ze soms op internet kunnen overkomen, zo zachtaardig zijn ze doorgaans ‘in het echte leven’.

Zelfs Micha Kat, die vanwege zijn gestalk en lastercampagnes verscheidene malen is veroordeeld en die in zijn video’s en geschriften meestal de indruk wekt dat hij de hele dag met het schuim op de mond rondloopt, blijkt geduldig en vol enthousiasme te kunnen vertellen over hoe hij tegen tal van zaken aankijkt, zo is mijn ervaring.

Tijdens ons gesprek bij hem thuis zie ik slechts heel af en toe de Kat die ik ken uit zijn video’s. Dat gebeurt als hij merkt dat ik hem niet helemaal serieus neem of niet geloof. Maar hij wordt geen moment echt boos. Hij toont zich ingenomen over het verloop van het gesprek en biedt aan het eind – we zijn dan ruim drie uur verder – aan om een fles wijn open te trekken.

Eind 2013 ontmoet ik Patrick Savalle op de redactie van RTL Z. Savalle is de man die mij in 2008 ‘pisbakkenjournalistiek’ verweet omdat ik van mening ben dat HIV en AIDS wel bestaan, terwijl hij op zijn website Zapruder.nl het tegendeel beweert.

We zijn op vrijdag 6 december 2013 uitgenodigd om in het programma De kijker aan Z te komen praten over de bitcoin. Savalle, die een diep wantrouwen koestert jegens ons monetaire systeem, is van mening dat de virtuele munt de beste uitvinding is ‘sinds het wiel, internet en tiramisu’. Ik ben iets sceptischer.

Savalle heeft de redactie van RTL Z in de voorgaande weken al enige malen laten weten dat er niets van hun berichtgeving over de bitcoin deugt omdat ze niets van de cryptocurrency begrijpen. Hij kijkt er naar uit om tijdens de uitzending nu eindelijk eens een en ander recht te zetten.

Omdat het programma niet live wordt uitgezonden, is Savalle wel bezorgd dat de zender na de opnames nog in zijn uitspraken zal knippen. Hoewel de presentator hem verzekert dat alles gewoon zal worden uitgezonden, besluit hij het studiogesprek toch op zijn smartphone op te nemen.

De opnames verlopen goed. Zeker voor Savalle, die een bevlogen pleitbezorger van de bitcoin blijkt en de uitzending aangrijpt om zijn standpunten helder over het voetlicht te brengen.

Op de parkeerplaats schudden we elkaar de hand. Kort daarna voegen we elkaar toe op Twitter, waar we elkaar een paar berichtjes sturen. Geen woord meer over mijn pisbakkenjournalistiek.

Het geloof in complottheorieën is meestal ongevaarlijk, net al de meeste andere vormen van religie. Voor veel gelovigen is het een manier om de wereld beter te begrijpen en de werkelijkheid makkelijker te accepteren. Zaken gebeuren omdat God of Allah het willen. En dat je je baan bent kwijtgeraakt, is vast omdat je ex-baas lid was van de Illuminati.

Geloof kan inspireren tot goede daden. Zie de mensen van het Leger des Heils die zich ontfermen over daklozen en verslaafden of de moslims die tijdens het Offerfeest eten aan de armen geven.

En ook complotgeloof heeft af en toe mooie kanten. Het kan mensen inspireren om na te denken over bepaalde vormen van onrechtvaardigheid. Om vraagtekens te zetten bij zaken die iedereen als vanzelfsprekend beschouwt.

Tijdens bijeenkomsten van complotdenkers die ik heb bezocht, ben ik veel vriendelijke mensen tegengekomen die louter goede bedoelingen leken te hebben. Mensen die zich zorgen maakten om familieleden met een ziekte waarvoor de reguliere geneeskunde niets kon betekenen bijvoorbeeld. Of mensen die vrienden met schulden hadden die volgens hen waren ontstaan door roekeloze leningen van banken.

Samenzweringsdenkers zijn in veel gevallen betrokken burgers. Ze zijn niet te beroerd om wat met hun idealen te doen. Ze offeren zo een vrije dag op om af te reizen naar een rechtbank waar een zaak dient waarin ze geïnteresseerd zijn. Ze schrijven artikelen om hun zorgen met de rest van de wereld te delen. Ze dringen er bij de politiek en media op aan om meer aandacht te besteden aan zaken die hen na aan het hart liggen. En als ze menen dat journalisten te weinig interesse tonen voor hun onderwerpen, steken ze veel tijd en energie in de oprichting van alternatieve media.

Complotgelovigen maken zich oprecht grote zorgen over misstanden in de maatschappij. En in de kern zijn dat vaak zaken waar tal van mensen zich over opwinden: oorlogen, ziektes, de staat van onze democratie, machtsmisbruik door gezagsdragers, gebrek aan transparantie bij de overheid, het onverantwoorde gedrag van banken en bedrijven, tekortkomingen van de media, de gang van zaken in de gezondheidszorg en rechterlijke dwalingen.

Dat wantrouwen jegens autoriteiten sluit goed aan op een breed gedeeld gevoel onder grote delen de bevolking. Niet alleen in autocratische maatschappijen, maar ook in moderne, democratische rechtsstaten, zoals Nederland, waar het volkomen normaal is om ‘de hoge heren in Den Haag’ niet te vertrouwen. De mondige burger slikt al lang niet meer alle informatie die de autoriteiten hem voeren voor zoete koek. Politici die in de jaren vijftig nog met ‘excellentie’ werden aangesproken, heten nu al snel ‘zakkenvullers’.

Voor een deel van de kritiek die complotdenkers op de ‘autoriteiten’ hebben, valt het nodige te zeggen. Onze democratie is niet perfect. De overheid kan en moet nog een stuk transparanter. De media zijn soms oppervlakkig en niet goed ingelicht. De financiële sector gedraagt zich te vaak onverantwoord. Net zoals tal van andere bedrijven, bijvoorbeeld in de farmaceutische industrie.

Het is belangrijk dat mensen op de tekortkomingen van instellingen en gezagsdragers wijzen. Een goed functionerende democratische rechtstaat is enorm gebaat bij betrokken, kritische burgers. Met een gezond wantrouwen jegens autoriteiten is niets mis. Net zoals het goed is om regelmatig kritisch te kijken naar allerhande algemeen aanvaarde wijsheden. Dat is immers de basis van alle – wetenschappelijke – vooruitgang.

Het is hoe complotdenkers zichzelf graag zien: als waarheidszoekers die de werkelijkheid kritisch durven te bevragen. Anders dan de sheeple die braaf geloven wat de autoriteiten hun voorkauwen, gaan zij op zoek naar hoe het echt zit.

‘Ik trek altijd de parallel met Galileo Galilei’, vertelt Kat me tijdens ons gesprek. ‘De aarde was rond. En dat is hij nog steeds, toch? Maar Galilei werd op de brandstapel gegooid omdat hij dat zei. Terwijl hij gewoon gelijk had. Zo zal de geschiedenis ook mij gelijk geven. En ik heb veel meer medestanders dan Galilei.’

In werkelijkheid werd de Italiaanse natuurkundige, wiskundige en astronoom Galileo Galilei niet op de brandstapel gegooid. Hij overleed in 1642 na een ziekbed. Galilei, die 77 jaar oud werd, had op dat moment al achtenhalf jaar huisarrest. Maar dat was niet omdat hij zei dat de aarde rond was. Daar waren ze toen Galilei leefde al een tijdje achter.

De Italiaanse wetenschapper riep weerstand op bij de kerkelijke autoriteiten omdat hij, in navolging van Nicolaas Copernicus, stelde dat de aarde om de zon draaide in plaats van andersom. Dat was een voor die tijd revolutionaire gedachte: de meeste wetenschappers gingen er destijds nog vanuit dat de aarde het centrum van het universum was. Dat Galilei deze algemeen aanvaarde wijsheid ter discussie stelde, werd hem dan ook niet in dank afgenomen. De kerk verbood hem om zijn heliocentrische gedachtegoed uit te dragen en verbood zijn boeken. Pas 76 jaar na zijn dood werd het werk van Galilei weer van de zwarte lijst gehaald.

Inmiddels wordt de bijdrage die Galilei heeft geleverd aan de wetenschap alom erkend. Een van de grootste wetenschappers aller tijden, Albert Einstein, beschouwde hem als de vader van de moderne wetenschap. Galilei wordt onder meer geprezen vanwege zijn vermogen om zijn meningen aan te passen op basis van nieuwe feiten. Dat is een eigenschap die bij de meeste complotdenkers niet zo goed is ontwikkeld. Want hoe graag ze het ook willen, complotdenkers zijn doorgaans geen dwarse denkers van het type Galilei. Het zijn gelovigen die onwelgevallige feiten terzijde schuiven.

Aan het falsificeren van hun theorieën (het zoeken van argumenten waarom hun theorieën niet zouden kunnen kloppen) doen samenzweringsdenkers niet. Wie dat wel doet, is in hun ogen onderdeel van het complot. Wie complotgelovigen tegenspreekt, wil immers de waarheid in de doofpot stoppen. Het wantrouwen van complotdenkers kent geen grenzen. Elke vorm van autoriteit is verdacht. Overheden, politici, bedrijven, wetenschappers, rechters: volgens de complotdenker zijn ze per definitie niet te vertrouwen.

‘Wat de samenzweringstheorie zo pervers maakt’, schreef Arnon Grunberg in november 2014 in een column voor het Amnesty-tijdschrift Wordt Vervolgd, ‘is dat zij ontsproten lijkt te zijn aan het kritische denken dat nu juist de basis zou moeten vormen van een stabiele democratie.’

Dat mensen die begaan zijn met de wereld, vrezen dat allerhande ontwikkelingen de verkeerde kant opgaan, is begrijpelijk.

Er zijn hele goede redenen om je zorgen te maken over de inperking van burgerrechten waarmee de oorlog tegen het terrorisme gepaard gaat. Je kunt ook de nodige vraagtekens plaatsen bij de goede verhoudingen die sommige politici onderhouden met oliemaatschappijen. En er was alle reden om sceptisch te zijn over de ‘bewijzen’ die de regering-Bush zei te hebben over de massavernietigingswapens van Saddam Hussein. Maar dat betekent nog niet dat 9/11 daarmee ook een inside job was.

Natuurlijk, complotten bestaan. Van de moord op Julius Caesar tot de inbraak bij het Watergate-complex: van tijd tot tijd spannen mensen samen. Uiteindelijk was ook 9/11 een complot. Niet van de Amerikaanse overheid, maar van een stel extremistische moslims.

Voordat de negentien kapers op 11 september aan boord gingen van vier vliegtuigen was er al de nodige informatie over hen bekend bij verschillende inlichtingendiensten. Alleen werd die informatie onvoldoende gedeeld en op waarde geschat. Dat kwam door bureaucratie, door incompetentie en doordat nu eenmaal niet elk scenario van tevoren valt te voorspellen.

Waar complotdenkers een samenzwering zien is er doorgaans gewoon sprake van een toevallige samenloop van omstandigheden, van dommigheid of inertie van degenen die geacht worden in het complot te zitten en bovenal van een verkeerde interpretatie van de feiten door de mensen die geloven in een samenzwering. Een gezonde dosis scepsis jegens autoriteiten is op zijn plaats. Deze scepsis mag echter nooit doorslaan in wantrouwen waarbij het oordeel van een deskundige – om onze koning te citeren – ‘ook maar een mening’ is.

De mening van een bezorgde moeder die denkt dat inentingen tot autisme leiden is nu eenmaal niet evenveel waard als die van een in vaccinatie gespecialiseerde medische wetenschapper. Een rechercheur die onderzoek heeft gedaan naar de moord op Pim Fortuyn kan daar zinniger dingen over zeggen dan een rapper die denkt dat er meer schutters actief waren op het Mediapark. En een klimaatwetenschapper heeft meer verstand van de menselijke invloed op de opwarming van de aarde dan een econoom die al die verhalen over klimaatverandering maar bangmakerij vindt.

Voortdurend redeneren in termen van complottheorieën, zoals de hardcore complotdenker doet, is een gevaarlijke manier van denken. Of zoals Grunberg schrijft: ‘Het overduidelijke gevaar van geloof in samenzweringstheorieën is dat het mensen vatbaar maakt voor extremisten en volksmenners.’ Met alle nare gevolgen van dien.

Maar al te vaak zijn het groepen die toch al in het verdomhoekje zitten die het onderwerp worden van complottheorieën. Joden, buitenlanders, mensen met een afwijkende politieke mening en andere minderheden. De angst dat een of andere minderheid of groep in het geniep aan de touwtjes trekt, is een terugkerend thema in samenzweringstheorieën.

Een van de gruwelijkste voorbeelden van waar dergelijke samenzweringsangst toe kan leiden is zonder twijfel nazi-Duitsland, waar de overtuiging dat joden de bron van al het kwaad waren leidde tot de moord op miljoenen joden.

Ook nu richt complotgeloof wereldwijd nog veel schade aan. In het Midden-Oosten kan niets gebeuren zonder dat hele volksstammen daar de hand van Amerika en Israël in zien. In grote delen van Afrika krijgen homo’s en lesbiennes de schuld in de schoenen geschoven van de meest uiteenlopende rampen: van ebola tot oorlog, en van sprinkhanenplaag tot droogte. En in Pakistan en Afghanistan, de enige twee landen op de wereld waar polio nog veel voorkomt, verzetten de Taliban en andere fundamentalisten zich tegen vaccinaties omdat ze ervan overtuigd zijn dat de inentingscampagnes een westers complot zijn om kinderen te steriliseren. Bij een bomaanslag op een vaccinatiecentrum in de Pakistaanse stad Quetta kwamen in januari 2016 vijftien mensen om het leven.

Ook democratische samenlevingen zijn niet immuun voor de onterechte angst voor minderheden. Zo ontstond er eind jaren veertig in de Verenigde Staten de ‘red scare’. Onder leiding van de Republikeinse senator Joe McCarthy werd de jacht geopend op communisten en op mensen die verdacht werden van communistische sympathieën. Er werden zwarte lijsten opgesteld, beroepsverboden uitgevaardigd en onderzoeken ingesteld. Duizenden Amerikanen werden ervan beschuldigd dat ze heulden met de vijand uit het Oosten. Vaak zonder dat daar enig bewijs voor bestond. Ondertussen raakten ze wel hun baan kwijt of werden ze opgesloten.

De gevolgen van de zogeheten ‘lavender scare’ in de jaren vijftig waren zo mogelijk nog omvangrijker. Homo’s en lesbiennes vormden een gevaar voor de nationale veiligheid en voor de Amerikaanse jeugd, zo was de wijdverbreide overtuiging in de Verenigde Staten. Als reactie op deze homovrees nam de Amerikaanse politiek allerhande anti-homowetgeving aan. Homo’s in overheidsdienst werden ontslagen. In de jaren vijftig en zestig verloren zo’n duizend (vermeende) homo’s hun baan bij het ministerie van buitenlandse zaken. De CIA waarschuwde dat homo’s tal van belangrijke functies bij de overheid en de media bekleedden en ‘een staat binnen de staat’ vormden.

De woede van veel complotdenkers richt zich behalve op minderheden vaak ook op ‘autoriteiten’. De politiek, de media en de wetenschap zouden stuk voor stuk doof zijn voor hun legitieme waarschuwingen voor de gevaren van vaccinaties, chemtrails en satanische moorden door de Illuminati.

In de praktijk valt dat echter wel mee. Of beter gezegd: tegen. Het gevaar van het samenzweringsgeloof is nu eenmaal dat we er allemaal – en dus ook politici, journalisten en wetenschappers – gevoelig voor zijn. Over een verwarde man die ons probeert wat te vertellen over de gevaren van fluoride in tandpasta kunnen we onze schouders ophalen. Maar op het moment dat een ‘normaal’ persoon, of zelfs iemand met enig gezag, ons vertelt dat Ernest Louwes het slachtoffer is geworden van duistere machinaties bij politie en justitie, zijn we vermoedelijk alweer een stuk ontvankelijker voor zijn verhaal. En daarin schuilt een probleem.

Gevaarlijke ideeën worden namelijk pas echt gevaarlijk als ze een brede steun onder de bevolking hebben. Dankzij internet hebben complotdenkers de laatste decennia een nieuw kanaal aangeboord om hun verhalen te verspreiden. ‘De waarheid is dood en internet heeft haar vermoord’, verklaarde de Amerikaanse komiek Bill Maher op 29 januari 2016 in zijn programma Real Time. ‘Goedgelovige mensen zijn er altijd geweest. Maar ooit kregen Amerikanen hun nieuws van nieuwsorganisaties, nu krijgen ze het via kettingbrieven, chatrooms en Facebook-berichten die worden geschreven door gekken en sadisten.’

De eindeloos rondgepompte onzinverhalen bereiken ook de politiek. Zo klaagde het Republikeinse Congreslid Devin Nunes in december 2015 in The New Yorker dat inmiddels 90 procent van alle e-mails, telefoontjes en brieven die hij krijgt, afkomstig is van mensen die aandacht vragen voor de meest waanzinnige complottheorieën. ‘Dat heeft voor een dramatische verandering gezorgd van de politiek’, constateert hij. Want zijn collega’s voelen de plicht om iets te doen met de door complottheorieën ingegeven zorgen van hun achterbannen.

Politici die zich schuldig maken aan fact free politics, journalisten die met ‘broodje aap’-verhalen komen aanzetten en wetenschappers die in UFO’s geloven, verdienen een krachtig weerwoord. Wie de electorale aantrekkingskracht ziet van in complottheorieën grossierende populisten als Geert Wilders (die in 2004 in een interview met de Esquire zijn bewondering voor Joe McCarthy niet onder stoelen of banken stak) en Donald Trump (die zijn complotgeloof koppelt een xenofobe theorieën over moslims en Mexicanen) zal begrijpen dat dat ook vandaag de dag nog hard nodig is.

Complotdenkers betogen vaak dat ze recht hebben op hun eigen mening – ook al is die dan misschien, dat willen ze soms best toegeven, ‘controversieel’. Maar dat je een ‘mening’ hebt, betekent nog niet dat je er niet faliekant naast kan zitten.

De ene mening is de andere niet. Dat de muziek van U2 niet om aan te horen is, is een mening. Dat groen de mooiste kleur is, is een mening. Dat HIV/ AIDS niet bestaat, is geen mening: dat is gewoon onzin. Hetzelfde geldt voor de overtuiging dat er geen sprake is van klimaatverandering. HIV/AIDS bestaat en de aarde warmt op: dat zijn feiten.

Op het moment dat we leugens gaan accepteren als waardevolle meningen, begeven we ons op een gevaarlijk postmodernistisch pad. In zijn meest giftige vorm kan het samenzweringsgedachtegoed gruwelijke gevolgen hebben. Zoals in Zuid-Afrika, waar het geloof in complottheorieën over AIDS begin deze eeuw tot honderdduizenden extra doden leidde.

Feiten doen ertoe. Voor de nabestaanden van de aanslagen van 11 september. Voor joden die er ten onrechte van worden beschuldigd dat ze uit zijn op wereldheerschappij. Voor moslims die er ten onrechte van worden beschuldigd dat ze bloeddorstige terroristen zijn. Voor Joris Demmink die er zonder bewijs van wordt beschuldigd dat hij pedoseksueel is. En voor een onschuldige ‘klusjesman’ die van de moord op een dierbare vriendin werd beschuldigd.

Dit was het laatste hoofdstuk van Complotdenkers.

Wat beweegt complotdenkers? Zijn het paranoïde geesten of lijkt hun geloof in samenzweringstheorieën eigenlijk nog het meeste op religie? Voor het boek Complotdenkers dompelde ik me onder in de wereld van de samenzweringsgelovigen. Ik sprak verscheidene Nederlandse complotdenkers. Van een herhaaldelijk veroordeelde ex-journalist die de jacht heeft geopend op pedo-netwerken tot een anti-vaccinatieactiviste die ervan overtuigd is dat de Holocaust zwaar wordt overdreven. En van een succesvolle ondernemer die meent de moord op John F. Kennedy te hebben opgelost tot een oprichter van een politieke partij die de luchtmacht wil inzetten tegen chemtrails sproeiende vliegtuigen. Nu is er een geactualiseerde editie met aandacht voor onder meer QAnon, coronacomplotten en Donald Trump. Koop de geactualiseerde editie van Complotdenkers nu. Het boek is bij elke boekwinkel te bestellen.


Geplaatst

in

door

Tags: